Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud
}

Governance

De governance van PFZW is in 2021 deels aangepast. Zo trad de nieuwe procedure voor werving en benoeming van bestuurders in werking. Daarnaast werd gestart met de (verder gaande) mandatering van commissies en bestuursbureau. De nieuwe commissie arbeidsvoorwaarde pensioen (CAP), bestaande uit vertegenwoordigers van sociale partners, is in 2021 voorbereid. In 2022 heeft deze CAP een aantal belangrijke taken in het kader van de nieuwe pensioenregeling. Verder werd in 2021 werd de verkleining van het bestuur van twaalf naar tien leden met ingang van 1 januari 2022 voorbereid. Een laatste onderdeel van de nieuwe governance ging over de taken en bevoegdheden van de Pensioenraad. In 2021 werd ervaring opgedaan met het sparren met het bestuur over strategische kwesties als nieuwe taak.

Governance-ontwikkelingen 2021

Opleidingen en bestuurlijke bijeenkomsten

De themabijeenkomsten van het bestuur stonden in 2021 met name in het teken van de nieuwe pensioenregeling en de voorbereiding van een nieuwe strategie. Daarnaast werd de financiële opzet geëvalueerd.

In 2021 vond tweemaal een teamversterkend programma plaats. Dit programma is bedoeld om de onderlinge band te verstevigen en vooral ook om meer inspiratie uit de buitenwereld te halen en aandacht te besteden aan thema’s die iets verder afstaan van de dagelijkse pensioenpraktijk. Deze keer werd ook de jaarlijkse zelfevaluatie in het programma opgenomen. Met externe begeleiding werd ingegaan op de implementatie van de nieuwe governance en de eerste bevindingen met betrekking tot de werking daarvan. 

In de jaarlijkse Summercourse werd aandacht besteed aan de strategie van het fonds, met ter inspiratie een presentatie over het Australische pensioensysteem. 

Update bestuursmodel

In 2021 werd de nieuwe governance ten dele vormgegeven in de praktijk. Zo trad de nieuwe procedure voor werving en benoeming van bestuurders in werking. Daarnaast werd gestart met de (verder gaande) mandatering van commissies en bestuursbureau. Dit vergde een aanpassing van de wijze van agendering, zowel in commissies als bestuur, en een intensievere samenwerking tussen secretarissen en voorzitters van commissies en bestuur.

Het lukte niet de commissie arbeidsvoorwaarde pensioen (CAP) op 1 juli 2021 van start te laten gaan, zoals werd beoogd. Deze commissie is verantwoordelijk voor de inhoud van de arbeidsvoorwaarde pensioen en bestaat uit vertegenwoordigers van sociale partners. De CAP kwam een aantal malen bijeen in de tweede helft van 2021. Dit ter voorbereiding op de taken die deze CAP in 2022 te wachten staan in het kader van de nieuwe pensioenregeling.

In 2021 werd – eveneens als onderdeel van de nieuwe governance – invulling gegeven aan de voorgenomen verkleining van het bestuur van twaalf naar tien leden, met ingang van 1 januari 2022. Deze verkleining hield verband met de verschuiving van taken naar de CAP en de verdergaande mandatering aan commissies en het PFZW-bestuursbureau. In december werd de statutenwijziging in verband met de introductie van de CAP en de aanpassing van de omvang van het bestuur goedgekeurd door de Pensioenraad. Per 1 januari 2022 trad deze statutenwijziging in werking en is de CAP van start gegaan.

Een laatste onderdeel van de nieuwe governance betreft de taken en bevoegdheden van de Pensioenraad. In 2021 werd ervaring opgedaan met een nieuwe taak van de raad: het sparren met het bestuur over strategische kwesties. De eerste bevindingen waren positief, en de verwachting is dat deze vorm van samenspel tussen bestuur en verantwoordingsorgaan in 2022 verder vorm zal krijgen. De verdere aanpassing van de taken en bevoegdheden van de Pensioenraad werd op verzoek van de raad uitgesteld tot 2023, wanneer de eerste ervaringen met de CAP zijn opgedaan.

Toets op naleving Code Pensioenfondsen

PFZW streeft ernaar volledig te voldoen aan de Code Pensioenfondsen over onder meer de besturing, de integriteit en het risicomanagement van pensioenfondsen. Aan de norm om ten minste één bestuurslid jonger dan 40 jaar te hebben, voldoet PFZW niet. PFZW blijft zich inspannen voor talent onder de 40 jaar oud. 

Samenstelling naar geslacht en leeftijdsopbouw

 

Geslacht

Leeftijd

 

Man

Vrouw

20 tot 40

40 tot 50

50 tot 60

60 tot 70

70 tot 80

80 tot 90

Bestuur

7

6

0

1

5

6

1

0

Pensioenraad

28

9

2

5

11

11

7

1

Raad van toezicht

3

0

0

0

0

3

0

0

De integrale toets op de naleving Code Pensioenfondsen is opgenomen in bijlage 2.

Kort geding FBZ

Op 10 maart 2022 heeft de rechter uitspraak gedaan in het kort geding dat was aangespannen door FBZ. Deze organisatie maakte bezwaar tegen het feit dat zij in 2022 geen zetel in het bestuur bezetten als gevolg van de verkleining van het bestuur vanaf 1 januari 2022.

Als gevolg van een overgangsbepaling bezet NU91 in 2022 de zetel die vanaf 1 januari 2023 gedeeld moet gaan worden tussen beide organisaties. Volgens FBZ was de desbetreffende statutenwijziging niet zorgvuldig tot stand gekomen. De rechter in het kort geding stelde PFZW in het gelijk, en overwoog daarbij dat PFZW in redelijkheid tot de statutenwijziging heeft kunnen besluiten, dat PFZW alle belangen, waaronder die van FBZ, heeft meegewogen en daarbij zorgvuldig te werk is gegaan. Ook de nieuwe situatie na statutenwijzing voldoet aan de regel dat werknemersverenigingen zo evenwichtig mogelijk in het bestuur zijn vertegenwoordigd. Het bestuur van PFZW is uiteraard blij met deze uitspraak, maar wil zo snel mogelijk (opnieuw) in gesprek met FBZ en NU91 over een passende oplossing, die aansluit op de nieuwe governance met de CAP, waarin zowel FBZ als NU91 vertegenwoordigd zijn met een eigen zetel.

Uitbesteding

Uitbesteding beleidsadvisering en bestuursondersteuning

De overeenkomst voor de uitbesteding van beleidsadvisering en bestuursondersteuning eindigde in 2021. Het bestuur heeft in september 2020 besloten dat een bredere marktconsultatie niet nodig was en dat het gesprek exclusief met de huidige uitvoeringsorganisatie aangegaan kon worden. In 2021 is na een intensief traject voor deze dienstverlening een nieuwe overeenkomst voor wederom een periode van zes jaar met de huidige uitvoeringsorganisatie afgesloten met een tussentijdse herijking na drie jaar. Er zijn meerjarenafspraken gemaakt over de ontwikkeling van de dienstverlening en hoe hier invulling aan te geven.

De belangrijke thema’s voor de komende periode zijn de implementatie van de vernieuwing van het Nederlands pensioenstelsel, het op het gewenste niveau houden van de kwaliteit van de dienstverlening door blijvend te investeren in mensen en middelen, risicobeheersing en efficiënte bedrijfsvoering.

Uitbesteding pensioenbeheer

De overeenkomst voor de uitbesteding van de klantbediening van werkgevers en deelnemers eindigt eind 2022. Ter voorbereiding daarop is de huidige overeenkomst geëvalueerd en is besloten dat de kwaliteit van de huidige dienstverlening van de uitvoeringsorganisatie van voldoende niveau is, dat gelet op de evaluatie een bredere marktconsultatie niet nodig is. Daarom starten in 2022 de onderhandelingen met de huidige uitvoeringsorganisatie om te komen tot een nieuwe overeenkomst voor klantbediening per begin 2023.

Uitbesteding vermogensbeheer

December 2020 was de hercontractering voor vermogensbeheer afgerond. De looptijd van het nieuwe contract is van 1 januari 2021 tot 1 januari 2027.

Hoedsterrol – PGGM Coöperatie U.A.

PGGM Coöperatie U.A. is een verbonden partij, aan PFZW is een hoedsterrol toegekend. De hoedsterrol geeft PFZW voor een aantal specifiek benoemde onderwerpen bijzondere rechten ten aanzien van PGGM Coöperatie U.A. Het betreft rechten voor (het goedkeuren van) statutenwijzigingen, fusie, splitsing of samenwerking en benoeming en aftreding van bestuurders. 

In 2021 heeft PFZW in zijn rol als hoedster goedkeuring gegeven op de (her)benoeming van acht personen tot lid van het coöperatiebestuur. Daarnaast heeft PFZW ingestemd met wijziging van de statuten van PGGM Coöperatie U.A. en heeft PFZW het voorgenomen besluit van de coöperatie tot vaststelling van de jaarrekening van de coöperatie goedgekeurd.

Beloningsbeleid

In de Europese richtlijn IORP II staat dat het bestuur van een pensioenfonds verantwoordelijk is voor het vaststellen en toepassen van het beloningsbeleid. Daaronder vallen:

  • de regeling Vergoeding voor bestuurders en leden van de diverse commissies

  • de beloning van medewerkers op het bestuursbureau

  • bepalingen over belonen in het uitbestedingsbeleid (PW artikel 14 lid 5)

Ook als er diensten van derden worden betrokken of als er direct belegd wordt in een onderneming is er sprake van belonen. Aanpalend heeft PFZW daarom een compensatiebeleid dat van toepassing is op financiële dienstverleners en ondernemingen waarin wij beleggen. Met het compensatiebeleid stellen we normen en doelen voor veranderingen. 

Voor de vergoeding van het bestuur wordt aangesloten bij het algemene maximum van de Wet Normering Topinkomens (WNT). Deze wordt teruggerekend naar dagdelen. Jaarlijks worden de maxima aangepast bij ministeriële regeling (geïndexeerd). Voor 2021 was het algemene maximum € 209.000. Voor nadere toelichting zie noot 27.

Het beloningsbeleid moet de strategische doelstellingen van PFZW en langetermijnbelangen van deelnemers en pensioengerechtigden ondersteunen. Het beleid mag niet aanmoedigen tot het nemen van risico’s die niet passen bij PFZW.

In 2021 is dit beleid geëvalueerd op de belangrijkste uitgangspunten en is ongewijzigd vastgesteld.

Fiscaal gedrag in de portefeuille

PFZW beoogt op een maatschappelijk verantwoorde wijze om te gaan met belastingen. De fiscale omgeving verandert continu. Zo is de afgelopen jaren een aantal internationale initiatieven ontplooid, zoals die van de OESO en de EU, die de nadruk leggen op meer fiscale transparantie en het voorkomen van agressieve belastingplanning. Bovendien blijft het onderwerp fiscale structurering herhaaldelijk naar voren komen in het maatschappelijk debat. Met al deze ontwikkelingen houdt PFZW rekening bij het beleggen.

Beleggingsstructuren kunnen worden gebruikt om (economische) dubbele belasting voor PFZW en zijn deelnemers te voorkomen. PFZW respecteert daarbij de letter en de geest van de toepasselijke (internationale) fiscale wet- en regelgeving en houdt daarbij rekening met de in zijn fiscaal beleid geformuleerde uitgangspunten en standpunten. Het bestuur van PFZW is verantwoordelijk voor de opzet, werking en evaluatie van dit fiscaal beleid.

In onze praktijk zien wij dat met name in beleggingsstructuren waar de uitvoeringsorganisatie (PGGM) beslissende of substantiële zeggenschap heeft, eenvoudig aan de eisen van het fiscaal beleid kan worden voldaan. Voor beleggingen in extern beheerde fondsen is dit echter lastiger, omdat PFZW vaak één van de vele beleggers is met een klein belang. Zo komt het gebruik van belastingparadijs-jurisdicties nog steeds voor bij deze fondsen of in hun onderliggende structuren. Traditioneel kozen externe managers vaak voor dergelijke jurisdicties, omdat deze een complete infrastructuur rond de fondsenpraktijk hebben opgebouwd die juridisch en toezichtrechtelijk veel flexibiliteit bieden, waaronder ‘fiscale neutraliteit’.

Daar probeert PFZW van af te stappen. Maar dit is niet makkelijk. Omdat PFZW bij veel externe fondsen geen doorslaggevende stem heeft, is het moeilijk af te dwingen dat een externe fondsbeheerder geen gebruik maakt van entiteiten in belastingparadijzen of van bepaalde agressieve structuren. De markt heeft de neiging om op dit punt opportunistisch te zijn. Zonder bindende wetgeving zal vooralsnog weinig veranderen. Maar soms kan de uitvoeringsorganisatie (PGGM) op basis van haar relatie of overtuigingskracht op dit gebied een positief resultaat boeken.

Verantwoording van het bestuur

Het bestuur is verantwoordelijk voor het beleid van PFZW en de uitvoering van de pensioenregelingen. Bestuurlijke commissies ondersteunen het bestuur bij de werkzaamheden. Daarnaast spreekt het bestuur in het kader van zijn taakuitoefening regelmatig met de Pensioenraad en de raad van toezicht. Het bestuur vergaderde in 2021 twaalfmaal. Aansluitend aan de vergaderingen vonden er themasessies plaats. Vanwege de coronapandemie hebben (behalve in juni en september) vergaderingen en themasessies via een videoverbinding plaatsgevonden. In augustus was de jaarlijkse summercourse waarbij het bestuur terug- en vooruitkijkt op het beleid. In verband met de coronapandemie is deze beperkt tot een tweedaagse bijeenkomst.

Agenda 2021

Diverse onderwerpen zijn in 2021 aan de orde geweest, waaronder:

  • de aanzet tot een herijking van de strategie

  • de voorbereiding van een nieuwe pensioenregeling in afwachting van definitieve wet- en regelgeving

  • het duurzaam beleggingsbeleid

  • de governance van het fonds

Governance

Het bestuur heeft stappen genomen om een betere balans te bereiken tussen representativiteit van sociale partners, legitimiteit naar werkgevers, deelnemers en pensioengerechtigden en deskundigheid en effectiviteit van het bestuur zelf. Dat resulteerde in een aangepaste commissiestructuur en een meer gedelegeerde werkwijze voor een effectievere en efficiëntere besturing van PFZW. Per 1 januari 2022 is de commissie arbeidsvoorwaarde pensioen (CAP) ingesteld om de sociale partners nadrukkelijker te betrekken als opdrachtgever in het kader van de arbeidsvoorwaarde pensioen. Ook is per 1 januari 2022 de omvang van het bestuur teruggebracht van twaalf bestuursleden en een onafhankelijk voorzitter naar tien bestuursleden en een onafhankelijk voorzitter. 

Verder is  door het bestuur onder meer besproken dan wel vastgesteld:

  • het jaarverslag en de jaarrekening 2020

  • het stopzetten van het pilotplan ‘Pensioen voor zzp’ers in de cultuursector’

  • de Economische Toekomst Verwachtingen (ETV) en nota Asset Liability Management (ALM)

  • het beleggingsplan 2022, waarin de allocatie voor het komend jaar is vastgelegd

  • de grondslagen en pensioenpremies

  • de financiële positie 

  • de systematische integriteitsrisicoanalyse

  • de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN)

  • de Service Level Agreement (SLA) met de uitvoeringsorganisatie

  • aanpassingen van de statuten, het pensioen- en uitvoeringsreglement

  • de begroting

  • de hercontractering van de beleidsadvisering en corporate dienstverlening met de uitvoeringsorganisatie

  • kwartaalrapportages ter monitoring, bespreking en bijsturing

Verantwoording bestuurlijke commissies

Verantwoording commissie bestuurlijke zaken

De commissie algemene zaken bereidt de vergaderingen van het bestuur voor en zorgt voor de afhandeling van praktische en crisisaangelegenheden. De commissie houdt toezicht op het bestuursbureau en vervult daarbij de werkgeversrol. Daarnaast bereidt de commissie de bespreking van de strategie van PFZW voor het bestuur voor, inclusief de inrichting van de organisatie. Ook spreekt de commissie regelmatig met de raad van toezicht. De commissie rapporteert aan het bestuur met adviezen voor besluitvorming en met de verslagen van de vergaderingen.

De taken en bevoegdheden van de commissie algemene zaken zijn per 22 april 2021 overgenomen door de commissie bestuurlijke zaken. De commissie bestuurlijke zaken kent dezelfde personele samenstelling als de commissie algemene zaken.

De commissie algemene zaken vergaderde driemaal en de commissie bestuurlijke zaken achtmaal. Alle vergaderingen hebben vanwege de coronapandemie via een videoverbinding plaatsgevonden.

Verantwoording commissie van beroep

Een werkgever of deelnemer kan beroep aantekenen tegen een besluit van PFZW. Dit besluit mag niet gaan over vrijstelling in verband met gemoedsbezwaren of verplichte deelneming. De commissie van beroep oordeelt op grond van de bezwaren naar billijkheid en legt haar oordeel vast in een uitspraak. Het oordeel is bindend. De deelnemer kan in plaats van naar de commissie van beroep ook naar de rechter gaan.

Uitspraken

De commissie hield in 2021 zeven zittingen en deed in negentien zaken uitspraak. De eerste drie zittingen in 2021 hebben vanwege de coronapandemie via een videoverbinding plaatsgevonden. De uitspraken gingen over onder andere over onderwerpen zoals ouderdomspensioen, Flexpensioen, partnerpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen, premievrije pensioenopbouw, verplichte aansluiting, omvang verzekeringstechnisch nadeel en terugvorderingen. In vijftien zaken werd PFZW in het gelijk gesteld. In vier zaken werd PFZW in het ongelijk gesteld. Hierbij ging het onder meer om het partnerpensioen, Flexpensioen, pensioengevend salaris en een terugvordering. De uitspraken van de commissie worden gepubliceerd op de website van PFZW.

Aantallen beroepzaken

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

         

Openstaand 1 januari

11

16

13

20

23

18

12

9

Binnengekomen

40

31

35

50

41

32

16

18

Ingetrokken

(3)

(6)

(10)

(12)

(6)

(8)

(3)

-

Uitspraken

(32)

(28)

(18)

(35)

(40)

(30)

(16)

(19)

Openstaand 31 december

16

13

20

23

18

12

9

8

Verantwoording van de commissie integraal risicomanagement

In het kader van de nieuwe governance van het pensioenfonds zijn diverse commissieoverschrijdende taken van het audit committee (zoals advisering over de premie en regeling, indexering, financiële opzet) belegd bij de nieuwe commissie balansmanagement (CBM). Het audit committee kreeg daarmee een andere taak en rol en is per 1 april 2021 om die reden opgeheven. De commissie integraal risicomanagement (IRM) kwam hiervoor in de plaats. De commissie IRM adviseert vooral over de werking van de integere en beheerste bedrijfsvoering, compliance, het financieel-economisch beleid, het operationele risicobeleid en de externe verslaglegging.

Vanuit die rol heeft de commissie IRM het bestuur geadviseerd over onder meer:

  • het jaarverslag 2020

  • accountantsverslag 2020

  • diverse beleidskaders (waaronder het beleidskader risicomanagement)

  • het herstelplan 2021

  • de modeljaarrekening 2021

  • het risicoverslag balansmanagement 2021 over 2020

  • de ABTN 2022

  • de ALM-nota 2022 en de renteafdekking

  • risico’s grondslagen 2022

  • SLA 2022-2024

  • controleplan 2021 van de externe accountant

  • de begroting 2022

Verder adviseerde de commissie IRM het bestuur over de evaluatie van de nadere overeenkomst klantbediening en de evaluatie van de toetreding van Stichting Pensioenfonds voor de Tandtechniek, de hercontractering beleidsadvisering en corporate dienstverlening 2022-2027, en onderdelen van de nieuwe pensioenregeling. Daarnaast besprak de commissie IRM de opzet van de risicobeheersings- en controlesystemen en besteedde zij aandacht aan de IT-situatie bij de uitvoeringsorganisatie, mede in relatie tot een mogelijke samenwerking van de uitvoeringsorganisatie met een derde partij.

De commissie IRM beoordeelt en controleert de voorstellen die het bestuursbureau aan het bestuur voorlegt. Dit leidt in de meeste gevallen tot een preadvies aan het bestuur. De commissie IRM rapporteert aan het bestuur via preadviezen en verslagen van de vergaderingen.

De sleutelfunctiehouders interne auditfunctie, actuariële functie en risicobeheerfunctie hebben in 2021 hun kwartaalrapportages met de commissie IRM besproken. Zij rapporteren elk kwartaal aan de commissie IRM, het bestuur en de raad van toezicht.

In 2021 vergaderde het audit committee/de commissie IRM in totaal tienmaal, alle keren digitaal vanwege de maatregelen rondom COVID-19. Per 1 april 2021 trad het bestuurslid en tevens voorzitter van het audit committee af, waardoor de nieuwe commissie IRM per die datum startte met een nieuwe voorzitter. De externe accountant en, afhankelijk van de agendapunten, de extern certificerend actuaris waren bij deze vergaderingen aanwezig. Daarnaast zijn drie themabijeenkomsten gehouden die in het teken stonden van respectievelijk de taak en rol van de commissie IRM (mede in relatie tot de commissie balansmanagement), het regiedashboard en de risico’s van de nieuwe pensioenregeling. De commissie IRM is vier keer schriftelijk geraadpleegd over het kwartaalbericht PFZW.

Voor 2022 zijn tijdens de evaluatie onder andere de volgende aandachtspunten geformuleerd:

  • De nieuwe pensioenregeling (NPR)

  • Duurzaam beleggen in relatie tot risicomanagement, wat doet de Commissie Beleggingen en wat doet de Commissie IRM. Dit is een goed onderwerp voor een gezamenlijke themabijeenkomst.

  • Vervolg op Kitkat

Verantwoording van de commissie balansmanagement

In het kader van de nieuwe governance van het pensioenfonds zijn diverse commissie-overschrijdende taken van het audit committee, de pensioencommissie en de beleggingscommissie ondergebracht bij de commissie balansmanagement (CBM) die per 29 maart 2021 in functie trad. De commissie heeft als doel om binnen de kaders van het meerjarenbeleidsplan ten behoeve van het bestuur zorg te dragen voor een totaaloverzicht over beide zijden van de balans van het fonds. Dit met het oog op het verschaffen van inzicht in de evenwichtigheid tussen enerzijds de verplichtingen (passiva) en anderzijds het vermogen (activa) van het fonds. De CBM adviseert het bestuur niet, maar voorziet het bestuur alleen van argumenten (pro en contra), zodat het bestuur een afgewogen besluit kan nemen.

Vanuit die rol heeft de CBM onder meer de volgende onderwerpen voorbereid voor het bestuur:

  • evaluatie resultaten financiële opzet

  • haalbaarheidstoets 2021

  • premie en regeling 2022

  • indexering 2022

  • oefening risicohouding

  • handboek financiële opzet

In 2021 vergaderde de CBM in totaal vijfmaal, alle keren digitaal vanwege de maatregelen rondom COVID-19.

Verantwoording commissie pensioenbeleid, klantbediening en communicatie

De commissie pensioenbeleid, klantbediening en communicatie (CPC) (tot 1 januari 2021 pensioencommissie) zorgt voor een uitgebalanceerd marktbeleid en aanbod van (pensioen)producten, services en bijbehorende communicatie richting deelnemers, werkgevers en sociale partners. Vanuit deze rol heeft de CPC in 2021 onder andere kennis genomen van:

  • grondslagen premie en regeling 2022

  • het herstelplan 2021, geactualiseerd naar de verwachtingswaarden van de Commissie Parameters en waarbij gebruik is gemaakt van de vrijstellingsregeling december 2020

  • stakeholder reputatiemonitor opgesteld door marktonderzoeksbureau Motivaction

De CPC legt voorstellen aan het bestuur voor en laat deze voorstellen door de uitvoeringsorganisatie voorbereiden. De commissie rapporteert aan het bestuur via preadviezen en verslagen van de vergaderingen. De CPC heeft onder andere preadviezen aan het bestuur uitgebracht over:

  • kernpropositie nieuwe pensioenregeling; dit bevat de elementen die samen de kernpropositie vormen voor de producten en services van de nieuwe pensioenregeling

  • opdracht aanvaardingskader en proces Nieuwe Pensioenregeling

  • werkhypothese Nieuwe Pensioenregeling

  • voorbereiding doelstellingen en uitgangspunten commissie arbeidsvoorwaarde pensioen (CAP)

  • het zzp-dossier en het beëindigen van de pilot zzp

  • haalbaarheidstoets 2021

  • wijzigingen van het pensioenreglement en de statuten

  • actualisering van de verplichtstelling (o.a. GGZ en Huisartsenzorg en Welzijn, Kinderopvang en Peuterspeelzalen)

In 2021 vergaderde de commissie zesmaal. Daarnaast zijn er samen met de pensioencommissie plus twee themabijeenkomsten geweest. Onderwerpen bij deze themabijeenkomsten waren onder andere marktontwikkelingen en verplichtstelling, waarbij duidelijk werd dat het actueel houden van de verplichtstellingen noodzakelijk maar ook gecompliceerd is. Verder is er aandacht besteed aan cao-ontwikkelingen met betrekking tot duurzame inzetbaarheid. Ook is er een themasessie met de pensioencommissie plus gewijd aan de nieuwe governance van PFZW.

De CPC besteedde in 2021 uitgebreid aandacht aan de nieuwe governance, mede in relatie tot het nieuwe pensioencontract. Daarnaast heeft de CPC veel gesproken over de inrichting van de nieuwe commissie arbeidsvoorwaarde pensioen (CAP), wat heeft geresulteerd in de formele benoeming van deze commissie met ingang van 1 januari 2022. Deze commissie bestaat uit sociale partners.

Met ingang van 1 januari 2022 is de pensioencommissie plus opgeheven.

Verder heeft de commissie aandacht besteed aan innovatie. Hierbij is onder meer gesproken over de langerlevenmonitor en de digitale waardeketen en microservices. Ook sprak de commissie over de actuele ontwikkelingen in het programma artificial intelligence (AI).

Verantwoording commissie beleggingen

De commissie beleggingen heeft als doelstelling het bestuur te adviseren bij het vaststellen van het beleggingsbeleid en toezicht te houden op de uitvoering van het beleggingsbeleid. Vanuit die rol adviseerde de commissie beleggingen in 2021 het bestuur over onder meer:

  • de economische toekomstverwachtingen

  • het engagement beleid

  • het beleggingsplan 2022

  • de kasstroomtransformatie

  • de optimale beleggingsstructuur voor PFZW

  • diverse investment cases en bijbehorende kaderstellingen en mandaten

Belangrijke aandachtspunten voor de commissie zijn de implementatie van het duurzaam beleggingsbeleid en klimaatdoelstellingen, het verbeteren van modellen voor de economische toekomstverwachtingen, het extra monitoren van de beleggingsportefeuille tijdens de pandemie en de lage rente en de gevolgen daarvan voor het pensioenfonds.

De commissie rapporteert aan het bestuur via preadviezen en verslagen van de vergaderingen. De commissie is in 2021 zeven keer schriftelijk geraadpleegd over tussentijdse beleggingsvoorstellen van veelal bijzondere omvang en mandaten die aangepast moesten worden. Dergelijke beleggingsvoorstellen vallen onder het mandaat van de commissie om binnen het door het bestuur vastgesteld beleid zelfstandig besluiten te kunnen nemen.

De commissie vergaderde in 2021 online en kwam acht keer bijeen voor een reguliere vergadering. Ook waren er drie themabijeenkomsten. Tijdens deze themabijeenkomsten is onder meer dieper ingegaan op de beleggingscategorie alternatieve aandelen, is er gereflecteerd op het duurzaamheidsbeleid van PFZW en de eigen beleggingsovertuigingen voor verantwoord beleggen zijn doorleeft. De commissie heeft hierbij gebruik gemaakt van externe experts en NGO’s.

Voor 2022 is een belangrijk aandachtspunt voor de commissie de implementatie van het duurzaam beleggingsbeleid, het behalen van de klimaatdoelstellingen van Parijs en het herijken van de beleggingsovertuigingen.

Verantwoording commissie van bezwaar

Een werkgever of deelnemer kan bezwaar maken tegen een besluit van PFZW over het al dan niet verlenen van vrijstelling in verband met gemoedsbezwaren of verplichte deelneming in het pensioenfonds. De commissie van bezwaar heroverweegt op grond van de bezwaren het besluit van het pensioenfonds en neemt dan een beslissing. Als de werkgever of deelnemer het niet eens is met het besluit van de commissie, kan deze de zaak voorleggen aan de rechter.

In 2021 heeft de commissie één besluit heroverwogen en het bezwaar gegrond verklaard. Hierbij heeft de commissie bepaald dat de partij die het bezwaar heeft ingediend tijd krijgt om de pensioenregeling die in het verleden is afgesloten actuarieel gelijkwaardig te maken aan de pensioenregeling van PFZW.

Aantallen bezwaarzaken

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

        

Openstaand 1 januari

2

1

1

3

3

4

1

Binnengekomen

8

1

6

5

2

-

1

Ingetrokken

(3)

-

(3)

(1)

(1)

(3)

-

Uitspraken

(6)

(1)

(1)

(4)

-

-

(1)

Openstaand 31 december

1

1

3

3

4

1

1

De nog openstaande zaak aan het eind van 2021  betreft  een bezwaarschrift waarbij partijen met elkaar in overleg zijn om de pensioenregeling die elders is afgesloten, gelijkwaardig te maken aan de PFZW-regeling. De bedoeling is dat bij gelijkwaardigheid een vrijstelling kan worden verleend.

Verantwoording sleutelfunctiehouders

De sleutelfunctiehouders interne auditfunctie, actuariële functie en risicobeheerfunctie zijn een uitvloeisel van de Europese verordening IORPII en zijn aangesteld door het bestuur. De sleutelfunctiehouders hebben een onafhankelijke positie die is vastgelegd in een charter. De actuariële functie geeft een opinie over de actuariële activiteiten. De risicobeheerfunctie geeft aan of de interne beheersmaatregelen effectief hebben gewerkt. De interne auditfunctie geeft aan of er sprake is van een integere en beheerste bedrijfsvoering in de totale keten. De sleutelfunctiehouders hebben in 2021 hun kwartaalrapportages uitgebracht aan de commissie integraal risicomanagement, het bestuur en de raad van toezicht.

De sleutelfunctiehouders geven een opinie over bestuurlijke besluitvorming en bieden daarnaast countervailing power ten aanzien van de onderdelen die belast zijn met de uitvoerende werkzaamheden. Dit in het kader van beheerste en integere bedrijfsvoering.

Actuarieel

De actuariële functie is belast met de actuariële activiteiten. De belangrijkste onderwerpen waarbij de sleutelfunctiehouder in 2021 was betrokken:

  • De actuariële processen ten behoeve van het jaarverslag, de premievaststelling, het grondslagenonderzoek en het indexeringsbesluit zijn goed en zonder incidenten verlopen.

  • Het bestuur heeft begin 2021 besloten gebruik te maken van de vrijstellingsregeling om de pensioenen niet te hoeven verlagen en heeft onderbouwd waarom dit evenwichtig is.

  • Het bestuur heeft de financiële opzet geëvalueerd. Daarbij concludeerde het bestuur dat in de huidige omstandigheden, en voor de beperkte periode tot de invoering van het nieuwe pensioencontract, de financiële opzet evenwichtig is.

  • Het bestuur heeft, in lijn met de besluitvorming in 2020, besloten de pensioenpremie in 2022 te verhogen van 25,0% naar 25,8% en het partnerpensioen te verbeteren.

De sleutelfunctiehouder van de actuariële functie is van oordeel dat de actuariële processen naar behoren hebben gefunctioneerd en dat de berekening van de technische voorzieningen betrouwbaar en adequaat heeft plaatsgevonden.

Risicobeheer

De sleutelfunctiehouder van de risicobeheer functie is belast met de risicobeheeractiviteiten.

In 2021 heeft de sleutelfunctiehouder van de risicobeheerfunctie een eigenrisicobeoordeling opgesteld over:

  • de vermogenspositie van het fonds

  • de financiële opzet van het fonds (in 2021 geëvalueerd door het bestuur)

  • de eigen vastgestelde risicohouding (in 2021 geëvalueerd door het bestuur)

  • het feit dat de COVID-19 pandemie het risicobeeld van PFZW en PGGM heeft beïnvloed, maar geen materiële impact heeft gehad op de bedrijfsvoering

De sleutelfunctiehouder van de risicobeheer functie is van oordeel dat de interne beheersingsmaatregelen in 2021 adequaat zijn ingevuld en effectief hebben gewerkt.

Interne audit

De sleutelfunctiehouder interne audit is belast met de activiteiten van het waarborgen van een integere en beheerste bedrijfsvoering.

Voor de volgende onderwerpen is aandacht gevraagd en zijn acties uitgezet:

  • het afronden van de nieuwe governance structuur van het bestuur

  • het vaststellen van het takenpakket van het bestuursbureau

  • het realiseren van de nieuwe pensioenregeling, in het bijzonder de beleidsmatige aspecten daarvan

  • het implementeren van het 'by design principe' voor de aandachtsgebieden compliance, privacy en security

  • het rekening houden met bestaande trajecten als de nieuwe pensioenregeling bij het uitwerken van de strategie

  • het actualiseren van beleggingsbeleid om te kunnen versnellen op duurzaamheid

De sleutelfunctiehouder van de interne auditfunctie is van oordeel dat de risicobeheersings- en controlesystemen en de daarbij behorende bedrijfsvoeringsprocessen beheerst en integer over 2021 hebben gefunctioneerd.

Verantwoording Pensioenraad

De Pensioenraad is het verantwoordingsorgaan van PFZW en geeft vanuit deze rol een oordeel over het handelen van het bestuur en het gevoerde beleid. Daarnaast adviseert de Pensioenraad het bestuur over voorgenomen bestuursbesluiten. De Pensioenraad is op basis van representativiteit ingericht en bestaat uit zeventien leden namens werknemers, zeven leden namens pensioengerechtigden en twaalf leden namens werkgevers. De Pensioenraad heeft een onafhankelijk voorzitter en wordt ondersteund door een secretaris.

In 2021 zijn er vijf reguliere vergaderingen geweest waarvan vier vergaderingen met het bestuur.
De Pensioenraad heeft in het verslagjaar onder meer aandacht besteed aan het proces zoals dat bij de totstandkoming van een nieuwe pensioenregeling zal worden gevolgd alsmede de verdere uitwerking van de nieuwe besturing van het pensioenfonds. Ook is de Pensioenraad gestart met ‘sparringpartnerbijeenkomsten’ met het bestuur, waarin van gedachten gewisseld wordt over strategische onderwerpen.

Daarnaast zijn in 2021 voor de Pensioenraad twee gezamenlijke themabijeenkomsten met het bestuur en de raad van toezicht, twee themabijeenkomsten en twee opleidingsdagen georganiseerd. Daarin is onder meer aandacht besteed aan de nieuwe concept-pensioenwetgeving. Door de maatregelen als gevolg van COVID-19 hebben de bijeenkomsten voor het grootste deel online plaatsgevonden.

In 2021 gaf de Pensioenraad positief advies over onder meer:

  • het jaarverslag 2020

  • de haalbaarheidstoets 2021

  • het herstelplan 2021

  • de aanpassing van de vergoedingsregeling voor Pensioenraad en raad van toezicht

  • de ABTN 2022

  • de grondslagen, premie en regeling 2022

  • de indexering per 1 januari 2022

  • het beleggingsrisico 2022

  • de begroting 2022

  • wijzigingen van het uitvoeringsreglement en het pensioenreglement

De Pensioenraad besloot tot slot tot goedkeuring van onder meer:

  • het verkiezingsreglement voor het bestuurslid namens pensioengerechtigden

  • het reglement van de Commissie Arbeidsvoorwaarde Pensioen (CAP)

  • de wijziging van de statuten van PFZW

De statutenwijziging betrof onder meer de instelling van de CAP en de aanpassing van de omvang van het bestuur. Met de statutenwijziging is een voorlopig einde gekomen aan een lange discussie ten aanzien van een nieuwe besturing van het fonds. Evaluatie hiervan met de Pensioenraad zal plaatsvinden in 2023. Dan zullen ook de bevoegdheden en de invulling van de eigen rol van de Pensioenraad verder ter sprake komen.

Verantwoording raad van toezicht

Inleiding

De taken van de raad van toezicht vloeien voort uit artikel 104 van de Pensioenwet en zijn omschreven in de statuten van PFZW.

De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in het fonds. De raad van toezicht is ten minste belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur. De raad van toezicht staat het bestuur met raad terzijde.

De Code Pensioenfondsen is uitgangspunt voor de raad van toezicht. De Code is opgesteld door de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid die hiermee normen formuleren voor ‘goed pensioenfondsbestuur’, met als doel om de verhoudingen binnen het pensioenfonds en de communicatie met de belanghebbenden transparanter te maken en bij te dragen aan het versterken van ‘goed pensioenfondsbestuur’.

De raad van toezicht legt met dit verslag verantwoording af aan de Pensioenraad, in zijn rol als verantwoordingsorgaan, over de wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden in het afgelopen jaar. De raad van toezicht heeft de conceptversie van het verslag met het bestuur besproken op 24 maart 2022.

Samenstelling raad van toezicht

In de aanpassing van de governance heeft de Pensioenraad de wens geuit om een vierde lid in de raad van toezicht te benoemen. Met de benoeming van de heer prof.dr. K.P. Goudswaard per 1 september 2021 is hier opvolging aan gegeven. Mevrouw A. Gram trad per 1 december 2021 formeel af. In verband met haar benoeming tot bestuurslid bij ABP heeft mevrouw Gram vanaf 1 september 2021 geen vergaderingen en bijeenkomsten meer bijgewoond. Mevrouw H. Kapteijn-Fokkens is per 1 januari 2022 in haar plaats benoemd.

Overleggen en afstemming gedurende het jaar 2021

De raad van toezicht heeft acht keer vergaderd in nagenoeg volledige bezetting. Daarnaast hebben vijf bijeenkomsten met de commissie bestuurlijke zaken plaatsgevonden en heeft de raad van toezicht tweemaal regulier met de Pensioenraad overleg gevoerd.

In het verslagjaar hebben de voorzitter en leden van de raad van toezicht regelmatig contacten onderhouden met de voorzitter en leden van het bestuur, de sleutelfunctiehouders, de voorzitter van de Pensioenraad en met de directeur en medewerkers van het bestuursbureau.

Tot slot heeft de raad van toezicht aan het eind van het verslagjaar een zestal interviews gehouden.

De raad van toezicht heeft bij zijn werkzaamheden onder meer gebruik gemaakt van informatie uit de notulen van het bestuur en de commissies, diverse rapportages, waaronder die van de drie sleutelfunctiehouders, verslaglegging van de zelfevaluaties van het bestuur en de bestuurscommissies en er zijn commissievergaderingen en themabijeenkomsten bijgewoond. Vanwege de maatregelen rondom COVID-19 hebben de vergaderingen en overige bijeenkomsten grotendeels digitaal plaatsgevonden.

Op grond van alle informatie is de raad van toezicht van mening dat hij voldoende beeld heeft gekregen over het functioneren van het fonds om zijn oordeel over het verslagjaar te kunnen geven.

Reguliere activiteiten in 2021

  • Goedkeuring profielschets lid raad van toezicht profiel (pensioen)juridisch. (19 januari 2021)

  • Goedkeuring vergoedingsregeling bestuur, met overweging voor het bestuur om de datum van de implementatie qua besluitvorming door het bestuur te koppelen aan andere deelbesluiten in het kader van de governance. (19 januari 2021)

  • Goedkeuring Jaarverslag PFZW 2020 met inachtneming van het positieve advies van de Pensioenraad. (22 april 2021)

  • Goedkeuring profielschetsen bestuurslid tevens lid van de Commissie IRM en bestuurslid tevens lid van de Commissie Pensioenbeleid, Klantbediening & Communicatie. (5 mei 2021)

  • Goedkeuring profielschets bestuurslid tevens voorzitter Commissie Beleggingen. (10 mei 2021)

  • Toetsing bestuurslid tevens lid Commissie IRM aan profielschets. (25 mei 2021)

  • Goedkeuring profielschets lid raad van toezicht profiel Institutioneel Vermogensbeheer. (28 juni 2021)

  • Toetsing bestuurslid tevens lid Commissie Beleggingen aan profielschets (20 december 2021)

  • Goedkeuring profielschets bestuurslid tevens lid van de Commissie Beleggingen. (21 december 2021)

  • Op 24 maart 2022 heeft de raad van toezicht het concept bestuursverslag en de jaarrekening PFZW 2021 besproken. Hieruit zijn geen zaken naar voren gekomen. Naar verwachting kan de raad van toezicht op 21 april 2022 het bestuursverslag en de jaarrekening over boekjaar 2021 goedkeuren.

  • De raad van toezicht heeft op 24 maart 2022 kennisgenomen van de analyse die is gedaan door PFZW met betrekking tot het voldoen aan de normen van de Code Pensioenfondsen en geconstateerd dat in het bestuursverslag over de naleving ervan is gerapporteerd.

Verdere activiteiten in 2021

De raad van toezicht heeft met bijzondere belangstelling de bestuurlijke discussie en besluitvorming in een aantal dossiers gevolgd, zoals de aanpassing van de governance, waaronder de verkleining van de omvang van het bestuur en de instelling van de Commissie Arbeidsvoorwaarde Pensioen (CAP), de voortgang van de voorbereidingen ten behoeve van de Nieuwe Pensioenregeling (NPR), de financiële positie van het fonds (met mogelijke consequenties voor premie en opbouwpercentage voor actieven en dreigende verlaging van opgebouwde rechten), het duurzaamheidsbeleid, het (strategisch) beleggingsplan 2022, de hercontractering van Beleidsadvisering en Bestuursondersteuning en het overeenkomen van een Service Level Agreement met de uitvoeringsorganisatie voor een periode van drie jaar.

Met name waar het gaat om de financiële positie van het fonds heeft de raad van toezicht beoordeeld of het bestuur voldoende aandacht heeft besteed aan de evenwichtige belangenafweging. De raad van toezicht is van mening dat dit het geval is.

Daarnaast heeft de raad van toezicht ook in 2021, vanwege de maatregelen rondom COVID-19, geconstateerd dat het bestuur oog bleef gehouden voor de continuïteit van PFZW en het welzijn van de medewerkers van het bestuursbureau. De genoemde maatregelen hebben tot gevolg gehad dat er voor het grootste gedeelte van het jaar geen fysieke overleggen hebben kunnen plaatsvinden. De raad van toezicht heeft geconstateerd dat alle partijen zich bijzonder hebben ingezet om in deze lastige tijd en soms moeilijke omstandigheden de onderlinge contacten goed te houden. De raad van toezicht prijst de betrokkenen voor hun inzet daarvoor.

Gesprek met de externe accountant en externe certificerend actuaris

De raad van toezicht heeft einde verslagjaar gesproken met de externe accountant en de externe certificerend actuaris. In de gesprekken zijn o.a. de volgende onderwerpen aan de orde geweest: de risico’s van het pensioenfonds op lange termijn, de lage rente en dekkingsgraad, de samenwerking met het bestuursbureau en de contacten met het bestuur. Daarnaast is gesproken over de financiële positie, de ambitie en risicohouding van het pensioenfonds, de beheersing van de complexiteit en de relatie met de Commissie IRM en met de accountant van de uitvoeringsorganisatie.

Zowel de externe accountant als de externe certificerend actuaris hebben zich positief geuit over de adequate beheersing van de financiële processen en ook over de open instelling van betrokkenen en de kwaliteit van de rapportages.

In zijn algemeenheid, en als zo bevestigd in de gesprekken, is de indruk van de raad van toezicht dat de externe accountant en externe certificerend actuaris menen dat er sprake is van goed verlopende processen en een gedegen samenwerking met de uitvoeringsorganisatie met betrekking tot het jaarwerktraject.

Jaarverslag en jaarrekening 2021

De raad van toezicht heeft het jaarverslag en de jaarrekening over 2021 grondig doorgenomen, besproken en beoordeeld en hieraan zijn goedkeuring gegeven.1 Het jaarverslag en de jaarrekening geven, voor zover te beoordelen, volgens de raad van toezicht een getrouwe weergave van de gebeurtenissen in het afgelopen jaar.

  • 1   Uitgaande van goedkeuring door de raad van toezicht op 21 april 2022, gehoord het advies van de Pensioenraad.

Algemene indruk 2021

De raad van toezicht constateert dat het bestuur in 2021 het fonds op adequate wijze heeft bestuurd. Belangen zijn zorgvuldig afgewogen en processen zijn op beheerste wijze verlopen.

Het governance-traject neemt reeds geruime tijd in beslag, maar heeft een tastbare resultaten opgeleverd die vertrouwen geven voor de toekomst. De implementatie van de nieuwe governance keuzes zal nog de nodige aandacht vergen en kan op blijvende belangstelling van de raad van toezicht rekenen.

De relatie tussen PFZW en PGGM is verbeterd, maar beide kanten moeten aandacht blijven houden voor de samenwerking en het benutten van de aanwezige talenten en initiatieven.

De NPR is het grootste project in de komende jaren, zeker ook op IT-inrichtingsvlak. Het laten landen van de NPR in de maatschappij en het invaarvraagstuk vragen een zeer actieve en goed begeleide communicatie vanuit het pensioenfonds.

De toename van het risico van cybercriminaliteit vraagt onder meer een goede fraudebeheersing; het is goed dat het pensioenfonds daarop voorbereid is en hier continu aandacht aan besteedt.

Nadere toelichting op enkele onderwerpen

Financiële positie

Op weg naar een nieuw pensioenstelsel wordt van het bestuur veel stuurmanskunst gevraagd om het gehele proces door de transitie te leiden. Afhankelijk van de actuele situatie zal het bestuur stappen moeten overwegen. Bijvoorbeeld het al dan niet beschermen van de dekkingsgraad en het wel of niet gebruik maken van de mogelijkheid van indexatie (bij een beleidsdekkingsgraad van meer dan 105%). En bijgevolg de belangen van de deelnemers, slapers en pensioengerechtigden zorgvuldig afwegen op het evenwichtige pad naar de transitie.  

Governance

De governance-ontwikkelingen in het afgelopen jaar hebben de flexibiliteit ten aanzien van het overleg tussen de Pensioenraad en het bestuur aan beide zijden op de proef gesteld. Een adequate invulling van de rol van de Pensioenraad als sparringpartner vraagt nog de nodige aandacht. De raad van toezicht heeft waardering voor de inzet van zowel de Pensioenraad als het bestuur om toe te groeien naar een nog meer vruchtbare samenwerking waarin effectiviteit, invloed en impact belangrijker moeten zijn dan formalistische verhoudingen. De positionering van de diverse groepen deelnemers in het debat verdient aandacht, in het bijzonder moet gelet worden op de inbreng van gepensioneerden en jongeren.

Door het instellen van de CAP is er een nieuwe manier van samenwerken ontstaan en daarmee een afhankelijkheid voor wat betreft de voortgang bij andere partijen. Dit is mede van cruciaal belang in het NPR-traject.

De betrokkenheid van sociale partners bij de belangrijke elementen van de pensioenregeling is essentieel om te voorkomen dat er concurrentie tussen de branches in de sector zorg en welzijn ontstaat en dat de regeling niet langer door alle 24 cao’s in de sector die thans bij de regeling zijn betrokken wordt gedragen en vervolgens uit elkaar valt. Om die reden is ervoor gekozen om de CAP in te stellen als een zelfstandige arbeidsvoorwaardetafel pensioen binnen PFZW, bemenst door alle voordragende organisaties. De raad van toezicht juicht het toe dat de CAP per 1 januari 2022 formeel is ingesteld en aan de slag gaat. Door de instelling van de CAP is de rolzuiverheid verduidelijkt. Het bestuur kan daardoor meer als een collectief opereren in het belang van het fonds en de deelnemers.

De evaluatie van de positie van de sleutelfunctiehouders door DNB heeft tot enkele aanpassingen geleid. De raad van toezicht acht het verstandig om de consequenties daarvan te blijven monitoren.

NPR

NPR is een project van vooralsnog ongekende omvang, het bestuur laat zien daar alle aandacht voor te hebben. In het bijzonder, maar niet alleen, is het (onvermijdelijk) ontbreken van ruimte in de planning van het NPR een enorme uitdaging, niet in de laatste plaats omdat veel oorzakelijke factoren buiten de directe invloedssfeer van PFZW liggen. Het bestuur zal veel aandacht voor risicomanagement en projectbeheersing moeten hebben.

IT-dienstverlening

De staande dienstverlening in IT is belangrijk versterkt en gestabiliseerd. Er zijn geen grote incidenten in 2021 geweest. Wel is het goed om kritisch te blijven op de duiding van een incident, om te borgen dat elk incident de juiste signalering krijgt.

De data-integriteit is volgens onderzoek op orde. Echter, de enorme impact van het NPR-project zal een wissel trekken op de operaties in zijn algemeenheid en de IT in het bijzonder. De toekomstbestendigheid in deze zin moet een thema van voortdurende en diepgaande aandacht van het bestuur zijn. Samenwerking met derde partijen brengen eveneens risico’s op IT-gebied met zich mee en het is goed dat deze risico’s worden gemonitord.

Beleggingsbeleid

Het beleggingsbeleid van het pensioenfonds in relatie tot duurzaamheid krijgt de laatste tijd steeds meer belangstelling vanuit brede delen van de samenleving. De raad van toezicht ziet het bestuur daarin consistent acteren in het belang van de daadwerkelijke bevordering van duurzaamheid en de raad van toezicht spreekt zijn waardering daarvoor uit. Het bestuur heeft een eigen, volwaardige en voldragen visie ontwikkeld op de invulling van engagement en de raad van toezicht beveelt het bestuur aan om dit te verbreden naar een visie op duurzaamheid in zijn totaliteit, alsmede op de rol die het fonds daarbij kan en moet vervullen. De visie is de basis voor de duurzaamheidsstrategie van het fonds en daarmee het uitgangspunt voor actieve communicatie met de achterban en andere stakeholders.

Strategietraject

Het is van belang dat zowel PFZW als PGGM ieder hun strategietraject adequaat doorlopen. Het is echter cruciaal dat deze strategietrajecten voortdurend met elkaar worden afgestemd. De strategische uitgangspunten dienen elkaar te versterken. Er zullen ongetwijfeld dilemma’s aan het licht komen. Het is zaak om tijdig deze te adresseren en te bediscussiëren.

Evaluatie raad van toezicht in 2021

Jaarlijks evalueert de raad van toezicht zijn functioneren. 2021 heeft in het teken gestaan van zowel een uitbreiding van de raad van toezicht als vervanging van een lid. De evaluatie is mede daardoor beperkt gebleven. De raad van toezicht is van mening dat hij adequaat kan functioneren. De nieuwe leden van de raad van toezicht voelen zich welkom en goed ontvangen. Alle leden voelen zich geheel vrij om alles in te brengen wat zij relevant vinden. Ook de bestaande interne relaties functioneren naar het oordeel van de raad van toezicht goed, maar de raad ziet graag – net als het bestuur – dat meer contact met het voltallige bestuur en met de commissies kan worden onderhouden. Dit laatste werd in 2021 opnieuw gehinderd door de beperkingen vanwege maatregelen rondom COVID-19. De raad van toezicht heeft een aantal punten benoemd ten aanzien van zijn functioneren om in 2022 aandacht aan te besteden:

  • continuïteit van de inzet en bezetting van de raad van toezicht in de komende jaren;

  • bevorderen van het contact met het voltallige bestuur en de interne commissies.

Met ingang van verslagjaar 2022 wil de raad van toezicht in zijn verslag aansluiten op de acht thema’s voor goed pensioenfondsbestuur, zoals benoemd in de Code Pensioenfondsen. Deze thema’s zijn:

  1. vertrouwen waarmaken

  2. verantwoordelijkheid nemen

  3. integer handelen

  4. kwaliteit nastreven

  5. zorgvuldig benoemen

  6. gepast belonen

  7. toezicht houden en inspraak waarborgen

  8. transparantie bevorderen

Aandachtspunten voor 2022

Het hele pensioenveld is in volle beweging. Bijzondere ontwikkelingen, zoals NPR, operaties (inclusief IT) en communicatie steken daar bovenuit en maken het voor het bestuur lastig om vooruit te kijken. Inspelen op deze voortgaande en hernieuwde dynamiek is een hooftaak van het bestuur. De raad van toezicht heeft daar alle vertrouwen in.

Daarnaast bestaat zorg over de toenemende dreigingen op geopolitiek en financieel-economisch vlak welke aan elkaar gerelateerd zijn.

De raad van toezicht zal in 2022 naast aan de reguliere toezichtonderwerpen bijzondere aandacht schenken aan:

  • de evenwichtige belangenafweging bij de invoering van het nieuwe pensioenstelsel;

  • de operationele aspecten bij deze invoering, in het bijzonder de communicatie met de deelnemers, alsmede IT-gerelateerde uitdagingen;

  • de belangrijke rol die het fonds heeft in de bevordering van duurzaamheid;

  • voldoende bescherming tegen cyber- en daarmee samenhangende risico’s;

  • de verdere ontwikkeling (waaronder begrepen de werking) van de governance, met zekere aandacht voor de CAP.


Zeist, 6 april 2022

J.M. (Jack) Buckens, voorzitter
J.M.L. (Jo) van Engelen
K.P. (Kees) Goudswaard (per 1 september 2021)

Mededeling Pensioenraad

De Pensioenraad heeft een conceptversie van het jaarverslag besproken, ruim voorafgaand aan het overleg op 21 april 2022 waarin het jaarverslag van PFZW over het boekjaar 2021 wordt vastgesteld.

Tevens heeft de Pensioenraad kennisgenomen van het accountantsverslag, het actuarieel rapport en de rapportage van de raad van toezicht over het boekjaar 2021. De Pensioenraad heeft deze documenten met respectievelijk de accountant (schriftelijk), de certificerend actuaris (schriftelijk) en de raad van toezicht besproken.

De Pensioenraad komt tot het volgende oordeel:

  • De Pensioenraad is van mening dat het jaarverslag 2021 een gedegen verslag is en een goed beeld geeft van de activiteiten van PFZW.

  • De Pensioenraad maakt zich zorgen over de financiële positie van het fonds. Ondanks de goede beleggingsresultaten, kan er ook dit jaar geen indexatie plaatsvinden. Naar aanleiding van het reservetekort op basis van het vigerende financieel toetsingskader moest opnieuw een herstelplan worden ingediend.

  • De Pensioenraad is verheugd dat na een lange periode van discussie per 1 januari 2022 de Commissie Arbeidsvoorwaarde Pensioen (CAP) is ingesteld. Nu kan de Pensioenraad zich focussen op de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel.

  • De communicatie tussen het bestuur en de Pensioenraad is verder verbeterd. In 2021 is een start gemaakt met ‘sparringpartnerbijeenkomsten’, waarin van gedachten wordt gewisseld over strategische onderwerpen. De eerste ervaringen zijn bemoedigend.

  • De besluitvorming over de gewenste uitbreiding van de raad van toezicht is in 2021 geëffectueerd. De Pensioenraad is hier content mee.

  • De Pensioenraad constateert dat er op het gebied van digitaal werken stappen voorwaarts zijn gezet.

  • De Pensioenraad adviseert het bestuur om het jaarverslag 2021 vast te stellen.

De Pensioenraad doet, mede gelet op de aanbevelingen van de raad van toezicht, de externe accountant en de externe certificerend actuaris, de volgende aanbevelingen aan het bestuur:

  • De Pensioenraad adviseert het bestuur om actiever met de deelnemers te communiceren. over het duurzaamheidsbeleid en de in 2022 gestarte activiteiten in het kader van Smart Engagement.

  • De Pensioenraad beveelt het bestuur aan om voldoende aandacht te besteden aan het iteratieve proces met de CAP en de complexiteit van een integrale en evenwichtige belangenafweging. Daarnaast is het van belang om deelnemers goed over de transitie te informeren.

  • De Pensioenraad vindt dat het bestuur in 2022 in het bijzonder aandacht moet besteden aan de financiële opzet en positie van het fonds in de voorbereiding naar de nieuwe pensioenregeling.

  • De Pensioenraad deelt de zorg die door de raad van toezicht is geuit, die extra aandacht vraagt voor het belang van IT in de voorbereiding naar het nieuwe stelsel.

Reactie van het bestuur op de verantwoording van de raad van toezicht en de mededeling van de Pensioenraad

Het bestuur is de raad van toezicht en de Pensioenraad erkentelijk voor hun inspanningen. Het bestuur herkent de aanbevelingen en zal deze meenemen bij zijn werkzaamheden. Aan een aantal van de door de raad van toezicht en de Pensioenraad genoemde onderwerpen wordt ook in dit verslag aandacht besteed. Bij een aantal aanbevelingen heeft het bestuur de volgende toelichting.

  • Het bestuur neemt de aanbeveling van de Pensioenraad om actiever te communiceren ter harte en onderschrijft dat het duurzaam beleggingsbeleid en de beoogde overgang naar het nieuwe pensioenstelsel daarbij speerpunten zijn.

  • Het bestuur bevestigt dat de financiële opzet en financiële positie van het fonds belangrijke aandachtspunten zijn. Het past deze in samenhang te bezien met het nieuwe pensioenstelsel. Onlangs bekendgemaakte regelgeving maakt indexeren wettelijk mogelijk bij een beleidsdekkingsgraad vanaf 105%. De ambitie van PFZW is een geïndexeerd pensioen. Het bestuur wil dan ook in beginsel de pensioenen van iedereen indexeren, ook al is het gedeeltelijk, zodra dat verantwoord en evenwichtig kan. Daarbij moet het bestuur ook kijken naar welke voorwaarden deze regeling stelt. Bij het toepassen van deze nieuwe regels wordt ervan uitgegaan, dat naar verwachting wordt ingevaren. Een dergelijke uitspraak is echter niet aan het bestuur maar aan sociale partners in de Commissie Arbeidsvoorwaarde Pensioen (CAP). Dat schetst ook het belang van een adequaat iteratief proces tussen het bestuur en de CAP.

  • Het bestuur onderkent dat de beoogde overgang naar het nieuwe pensioenstelsel een flinke wissel zal trekken op de pensioenorganisatie in zijn algemeenheid en de IT in het bijzonder. Ook de toekomstbestendigheid van de IT-systemen en de veiligheid daarvan is daarbij een belangrijk aandachtspunt.